Get to know the artist tales:
Sporen van het alledaagse – in gesprek met Jelle van Kuilenburg
Hoe zichtbaar zijn bouwvakkers ondanks de feloranje kleding die zij dragen? Wat inspireerde kunstenaars Jelle van Kuilenburg, Kika Perben en Ioanna Mitza om zich hiertoe te verhouden en welke verhalen schuilen er achter het maakproces van de kunstenaars?
Hoe zichtbaar zijn bouwvakkers ondanks de feloranje kleding die zij dragen? Wat inspireerde kunstenaars Jelle van Kuilenburg, Kika Perben en Ioanna Mitza om zich hiertoe te verhouden en welke verhalen schuilen er achter het maakproces van de kunstenaars? Alhoewel de tentoonstelling Safety First bestaat uit de samenkomst van drie uiteenlopende kunstpraktijken, heeft iedere deelnemende kunstenaar zijn eigen lens op dit thema. In een drieluik van individuele interviews zoomen we in op deze specifieke blik.
In dit laatste deel vertelt Jelle van Kuilenburg over zijn fascinatie voor het hedendaagse. Als de kunstenaar door de stad loopt, onderbreekt hij zijn wandeling om de paar meter om foto’s te maken van kleine details die zijn aandacht trekken zoals plantjes achter de luxaflex en Michelinmannetjes boven op auto’s.
Annika Eskes (AE): In de tentoonstelling Safety First toon je een metershoge toren van opeengestapelde barrières en een schilderij waarin de afdruk van een veiligheidsschoen is te zien. Kan je wat meer vertellen over de achtergrond van deze kunstwerken?
De meeste werken die ik maak, zijn gebaseerd op mijn voormalig beroep als vuilnisman. Destijds droeg ik feloranje veiligheidskleding die vergelijkbaar was met die van bouwvakkers. Het werk heb ik het eerste half jaar na mijn afstuderen gedaan. Deze ervaring heb ik gebruikt als aanvulling op mijn kunstpraktijk die destijds vooral bestond uit het vinden van betoveringen en inspiratie in het dagelijks leven. Achterop de vuilniswagen zag ik van alles wat mij inspireerde. Ik heb toen een serie werken gemaakt over mijn ervaringen als arbeider in de openbare ruimte: One Man’s Trash is another Man’s Treasure. Een van deze werken had de naam Dirty Gloves en bestond uit een stapel vuile handschoenen, vergelijkbaar met de handschoenen die ik gebruikte als vuilnisman. In deze tentoonstelling heb ik de handschoenen gecombineerd met een nieuwe installatie. Hieraan hangt ook de reflecterende jas die ik als vuilnisman droeg.
Je geeft aan dat je betovering en inspiratie haalt uit het dagelijks leven. Welke dingen betoveren jou?
Dat kan eigenlijk van alles zijn. De galerij van mijn telefoon staat vol met random foto’s die soms best vaag zijn. Recentelijk heb ik bijvoorbeeld een foto gemaakt van een oud paar handschoenen die ik op straat vond. Soms maak ik foto’s van rare of disfunctionele advertenties die ik tegenkom in de openbare ruimte of in bushokjes. Verder vind ik de Michelinmannetjes boven op vrachtwagens leuk. Die heb ik ook in mijn werk voor deze tentoonstelling verwerkt.
Ik zie vaak dat mensen de betonnen wegblokkades gebruiken om hun koffie op te zetten of dat ze protestteksten erop schrijven. Het betonnen blok wordt op die manier multifunctioneel. Ik vind het op diezelfde manier leuk om dingen uit hun context te plaatsen en op een andere manier te gebruiken dan waarvoor het oorspronkelijk bedoeld was. Als mensen hebben we een wereld gecreëerd die in eerste instantie heel logisch lijkt, maar die soms helemaal niet klopt als je er wat meer afstand van neemt. Deze observatie motiveert mij om kunst te maken die op het alledaagse reageert.
Je nam een van de betonnen barrières die je zag op Utrecht Centraal als uitgangspunt voor het maken van je kunstwerk en verbond deze met elementen uit het dagelijks leven. Op een van de blokken stond bijvoorbeeld een ‘Free Palestine’. Waarom trekken dit soort objecten je aandacht?
Ik vind betonblokken interessant omdat ze in eerste instantie betekenisloze objecten zijn. Het zijn gewoon vormen gemaakt van beton. Het is helemaal niet bedoeld om iets anders te zijn dan een barrière op straat. Door het te gebruiken als canvas voor de tekst ‘Free Palestine’ wordt het object een politieke barrière en krijgt het wel een betekenis.
Welke materialen heb je gebruikt om de betonblokken die je op straat zag te recreëren?
De blokken die ik heb gemaakt lijken gemaakt van beton, maar zijn dat niet. De vorm heb ik gecreëerd met een houten frame met piepschuim. Daarna heb ik het frame bedekt met gips en cement, wat de illusie van beton geeft. Ze ogen heel stevig, maar zijn grappig genoeg heel instabiel.
Hoewel de blokken vrij zwaar zijn, zijn ze gelukkig niet zo zwaar als echte betonblokken. Die zou je namelijk niet kunnen stapelen. Ik vind het leuk om te spelen met het idee dat je iets gevaarlijks maakt van iets dat eigenlijk de veiligheid moet waarborgen. Daarnaast zou veiligheid niet alleen in onze straten vanzelfsprekend moeten zijn, maar voor iedereen.
Je werk onthult sporen van bouwwerkzaamheden, zoals schoenafdrukken en achtergelaten, vuile werkhandschoenen. Waarom heb je hiervoor gekozen?
Ik vind het altijd leuk om sporen aan mijn werk toe te voegen. Sporen zijn onbewust achtergelaten en laten het leven van een individu zien. Ik vind dat interessant. In mijn omgeving reageerde iedereen erg enthousiast op het schilderij met de schoenafdruk, waardoor ik meer vertrouwen in mijn werk kreeg.
Wat wil je dat toeschouwers onthouden van jouw werk?
Ik hoop dat ze de objecten die zijn opgenomen in mijn kunstwerken, zoals de betonblokken en de veiligheidshesjes, overal terug gaan zien. Dat zou tof zijn.